- Peter van Huissteden - PvdA
- Laura Hoogendonk - Ons Dorp
- Philip Garcia Hoogland - GroenLinks
- Kees van Leijen - VVD
- Danny Zwart - CDA
- Roel Oudeboon - KIES Lokaal
- Klaas van der Kaaij - D66
- Ernest Briet - Wethouder
- Jan Grondhout - VVD
Bergen zet eerste stap naar aardgasvrije toekomst
De gemeenteraad van Bergen debatteerde op 17 april 2025 over het Warmteprogramma Bergen 2025. Dit programma is een cruciale stap in de nationale ambitie om in 2050 alle gebouwen zonder aardgas te verwarmen. Het plan, dat verplicht is onder de Omgevingswet, vraagt de raad om de uitgangspunten vast te stellen voor een stapsgewijze transitie naar aardgasvrije wijken.
Politiekverslaggever Rijk de Bat
Tijdens de raadsvergadering werd het voorstel voor het Warmteprogramma Bergen 2025 uitvoerig besproken. Het programma, dat in samenwerking met netbeheerder Liander en andere stakeholders is ontwikkeld, richt zich op individuele warmteoplossingen zoals warmtepompen, aangezien een grootschalig warmtenet niet haalbaar is. De gemeente moet jaarlijks 1,5 miljoen euro investeren, deels gefinancierd door subsidies.De discussie in de raad draaide vooral om de haalbaarheid en de impact op inwoners. De heer Van Huisstijlen opende het debat met zorgen over de aanwijsbevoegdheid: "Gaan wij hier iets vinden van wat mensen thuis wel of niet nog door hun gasleiding krijgen?" Hij vroeg zich af hoe inwoners gecompenseerd worden als hun cv-ketel het begeeft voordat hun wijk van het gas afgaat.
Mevrouw Hogen Donk van Partij Ons Dorp uitte serieuze twijfels over de haalbaarheid van het programma. "900 woningen per jaar aardgasvrij maken klinkt erg ambitieus. Is het realistisch gezien de netcongestie en personeelstekorten?" vroeg ze. Ze benadrukte ook de noodzaak van garanties over de uitvoerbaarheid en de financiële randvoorwaarden.
GroenLinks toonde zich positiever. "Het is essentieel dat bewoners tijdig worden geïnformeerd over aanwijzingsbesluiten," stelde de heer Jacuzzi. Hij vroeg om verzekeringen van het college dat de netcapaciteit per wijk goed in kaart wordt gebracht.
De VVD en Kies Lokaal deelden zorgen over de aanwijsbevoegdheid. "Als je een instrument inbouwt in een project en je komt met een aanwijzing bevoegdheid aan, dan gaat er iets niet goed," stelde de heer Oude Boom van Kies Lokaal. De VVD vroeg zich af of de gemeente een faciliterende rol kan spelen als groot inkoper om schaalvoordelen te behalen.
Wethouder Warmtepompen reageerde op de vragen en benadrukte dat de gemeente zorgvuldig omgaat met de aanwijsbevoegdheid. "Het is een laatste redmiddel," verzekerde hij. Hij benadrukte dat participatie serieus wordt genomen en dat er al veel wijken zijn die staan te popelen om aan de slag te gaan.
De raad blijft verdeeld over het voorstel. Partijen als GroenLinks en D66 steunen het plan en zien het als een hamerstuk, terwijl Partij Ons Dorp en de VVD terughoudend zijn. Volgende week zal de raad een definitief besluit nemen over het Warmteprogramma Bergen 2025.
Samenvatting van het voorstel
Het raadsvoorstel voor de vergadering op 17 april 2025 betreft het Warmteprogramma Bergen 2025, dat onderdeel is van de nationale doelstelling om in 2050 alle gebouwen zonder aardgas te verwarmen. Het programma, dat verplicht is onder de Omgevingswet, beschrijft de plannen voor de komende tien jaar om de gemeente Bergen aardgasvrij te maken. Het biedt duidelijkheid voor inwoners en partners, legt de basis voor gebiedsgerichte aanpakken en helpt bij het monitoren van de voortgang. Het voorstel benadrukt dat het om een concept gaat en vraagt de gemeenteraad om de uitgangspunten vast te stellen. Het programma houdt rekening met de Wet Gemeentelijke Instrumenten Warmtetransitie, die gemeenten vanaf juli 2025 toestaat om gebieden aan te wijzen waar de gaslevering stopt. Er is gekozen voor een stapsgewijze aanpak, waarbij de gemeente samenwerkt met netbeheerder Liander en andere stakeholders. Het programma voorziet in individuele warmteoplossingen, zoals warmtepompen, omdat een grootschalig warmtenet niet haalbaar is. De financiering komt deels uit subsidies en de gemeente moet jaarlijks 1,5 miljoen euro investeren in de uitvoeringsplannen. Het voorstel is tot stand gekomen met input van diverse lokale en regionale partners en wordt na consultatie van de raad verder uitgewerkt.