Gemeente Bergen worstelt met verouderde data in minimabeleid

Tijdens een raadsinformatieavond in Bergen werd het theoretisch kader en de analyse van het minimabeleid besproken. De presentatie, gegeven door mevrouw Buis van Saffier, legde de nadruk op de uitdagingen die de gemeente ondervindt bij het verzamelen van actuele data over armoede.

Politiekverslaggever Rijk de Bat

Op de raadsinformatieavond in Bergen stond het minimabeleid centraal. Mevrouw Buis van Saffier presenteerde de bevindingen van de tweede fase van de analyse van het minimabeleid. "We hebben een uitgebreide analyse gemaakt waarin we gekeken hebben naar de omvang van de problematiek binnen Bergen," aldus Buis. De presentatie onthulde dat de gemeente Bergen kampt met verouderde data, wat het moeilijk maakt om een actueel beeld te krijgen van de armoedesituatie.

Een van de grootste uitdagingen is het gebrek aan recente cijfers. "CBS werkt met cijfers van 2020 of 2021," legde Buis uit. "We hebben natuurlijk een coronacrisis gehad, daar overheen nog een energiecrisis, dus het is wel fijn om te werken met recentere cijfers." Daarnaast bleek het lastig om verschillende datasets met elkaar te vergelijken, omdat er verschillende duidingen zijn, zoals het verschil tussen inwoners en huishoudens.

De presentatie bracht ook aan het licht dat er in Bergen ongeveer 600 minima-gezinnen zijn op een inkomensgrens van 100% van het wettelijk sociaal minimum. Dit aantal stijgt naar 1300 gezinnen bij een grens van 120%. "Het is belangrijk om deze duiding te doen, omdat de meeste minimaregelingen ophouden bij 120% van het bestaansminimum," aldus Buis.

Een ander belangrijk punt dat werd besproken, was het lage gebruik van maatschappelijke participatieregelingen. "Als je kijkt naar deelname aan een vereniging of activiteiten, zijn dat 142 huishoudens die daar gebruik van hebben gemaakt van de 600 minima huishoudens," merkte Buis op. Dit lage gebruik kan te maken hebben met de hoge drempel om aanvragen in te dienen, zoals het invullen van uitgebreide formulieren.

De wethouder, Marco Wiesehahn, benadrukte het belang van actuele data: "De huidige data die we beschikbaar hebben, zijn eigenlijk verouderd. Als we een serieuze actuele foto willen hebben, is het verstandig om de armoedemonitor af te wachten." Deze monitor, die in het tweede kwartaal van 2024 wordt verwacht, moet een helder beeld geven van de armoedesituatie in Bergen.

De raadsleden stelden diverse vragen over de presentatie. Tanny Glas-de Raadt van KIES Lokaal vroeg naar de herkomst van de minima-gezinnen, waarop Buis antwoordde dat dit nog niet goed inzichtelijk is. Tristan Noordhoff van Ons Dorp vroeg naar de verhouding van minima ten opzichte van het landelijk niveau, waarop Buis aangaf dat Bergen iets onder het landelijk gemiddelde ligt.

De avond eindigde met de toezegging dat de presentatie gedeeld zal worden met de raadsleden en dat er schriftelijke vragen gesteld kunnen worden voor verdere verduidelijking. De gemeente Bergen blijft werken aan het verbeteren van het minimabeleid, met de hoop dat de armoedemonitor in 2024 meer inzicht zal bieden.