Analyse van het document
Analyse van het Raadsvoorstel: Overdracht Wagenpark aan de BUCH Werkorganisatie
Titel en Samenvatting:
Het voorstel betreft de "Overdracht wagenpark aan de BUCH werkorganisatie". Het doel is om de wagenparken van de vier BUCH-gemeenten samen te voegen onder één beheer. Dit moet leiden tot efficiënter gebruik van materieel, vereenvoudiging van administratieve processen en financiële voordelen. De overdracht omvat de boekwaarden van de activa en bijbehorende budgetten. Het voorstel belooft een evaluatie na twee jaar om de financiële en operationele effecten te beoordelen.
Oordeel over de volledigheid:
Het voorstel is redelijk volledig, met duidelijke doelen en een plan voor evaluatie. Echter, specifieke financiële details en duurzaamheidseffecten worden pas in de toekomst geëvalueerd.
Rol van de Raad:
De raad moet instemmen met de overdracht van het wagenpark en de bijbehorende financiële middelen aan de BUCH werkorganisatie. Ook moet de raad de voorgestelde begrotingswijziging vaststellen.
Politieke Keuzes:
De raad moet beslissen over de centralisatie van het wagenparkbeheer, wat invloed heeft op lokale autonomie en controle over gemeentelijke middelen.
SMART-criteria en Inconsistenties:
Het voorstel is specifiek en tijdgebonden (evaluatie na twee jaar), maar mist meetbare en realistische doelen, vooral op het gebied van duurzaamheid en kostenbesparingen.
Besluit van de Raad:
De raad moet besluiten om al dan niet in te stemmen met de overdracht van het wagenpark en de bijbehorende financiële middelen aan de BUCH werkorganisatie.
Participatie:
Het voorstel vermeldt samenwerking met verschillende gemeentelijke domeinen en controllers, maar er is geen directe betrokkenheid van burgers of externe stakeholders.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid wordt genoemd als een toekomstig aandachtspunt, maar is nog niet concreet uitgewerkt in dit voorstel.
Financiële Gevolgen:
Er zijn financiële voordelen door efficiëntie en vereenvoudiging van processen, maar exacte bedragen worden pas na evaluatie bekend. De dekking voor eventuele negatieve verschillen moet binnen de gemeentelijke begrotingen worden gevonden.