Analyse van het document
Titel en Samenvatting:
De motie heet "Besparingscapaciteit" en richt zich op de financiële strategie van de Gemeenschappelijke Regeling Werkorganisatie BUCH voor de periode 2017-2020. Het stelt dat 60% van de besparingen herinvesteerd moet worden in de organisatie. De motie benadrukt dat de raden jaarlijks moeten beslissen over deze investeringen en dat er verantwoording moet worden afgelegd over de besteding van de middelen. Na vier jaar moet er een evaluatie plaatsvinden om te beslissen over voortzetting van de financiële impuls.
Volledigheid van het Voorstel:
Het voorstel is redelijk volledig. Het bevat duidelijke richtlijnen voor de herinvestering van besparingen en de noodzaak van jaarlijkse rapportage en evaluatie. Echter, specifieke criteria voor de evaluatie na vier jaar worden niet genoemd.
Rol van de Raad:
De raad heeft een toezichthoudende rol en moet jaarlijks beslissen over de herinvestering van de besparingen. Daarnaast moet de raad na vier jaar een besluit nemen over de voortzetting van de financiële impuls.
Politieke Keuzes:
De raad moet beslissen of de herinvestering van besparingen in lijn is met de gemeentelijke prioriteiten en of de voortzetting van de financiële impuls na vier jaar gerechtvaardigd is.
SMART en Inconsistenties:
Het voorstel is gedeeltelijk SMART. Het is specifiek en meetbaar in termen van jaarlijkse rapportage en evaluatie. Echter, de criteria voor de evaluatie na vier jaar zijn niet gespecificeerd, wat de tijdgebondenheid en relevantie kan beïnvloeden.
Besluit van de Raad:
De raad moet instemmen met de jaarlijkse herinvestering van besparingen en na vier jaar beslissen over de voortzetting van de financiële impuls.
Participatie:
Het voorstel zegt weinig over participatie van andere belanghebbenden buiten de raden en de werkorganisatie.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid wordt niet expliciet genoemd, maar kan relevant zijn als de herinvesteringen bijdragen aan duurzame ontwikkeling binnen de organisatie.
Financiële Gevolgen:
De financiële gevolgen zijn dat 60% van de besparingen jaarlijks wordt herinvesteerd. Het voorstel vereist dat de raad jaarlijks inzicht krijgt in de besteding van deze middelen, maar het dekt niet expliciet hoe eventuele tekorten worden opgevangen.