GGD Hollands Noorden: Financiële Zorgen en Toekomstige Uitdagingen

Tijdens een recent debat over de kadernota van de Gezondheidsdienst Hollands Noorden (GGD) kwamen diverse zorgen en toekomstplannen aan bod. De financiële uitdagingen en de rol van de gemeenteraden stonden centraal.

Politiekverslaggever Rijk de Bat

In een levendig debat over de kadernota 2025 van de GGD Hollands Noorden, uitten raadsleden hun zorgen over de financiële toekomst van de gezondheidsdienst. Paul Korremans van het CDA benadrukte de dreigende financiële tekorten in 2026, ook wel het "ravijnjaar" genoemd. "We moeten nu al beginnen na te denken over mogelijke bezuinigingen," stelde Korremans. Hij diende een amendement in om deze zorgen te adresseren, maar trok dit later in na toezeggingen van wethouder Marco Wiesehahn.

Wiesehahn verzekerde de raad dat de GGD voor 2025 geen extra financiële middelen vraagt en dat er al gesprekken gaande zijn over mogelijke bezuinigingen. "De GGD blijft doen wat ze deden, en dat deden ze goed," aldus de wethouder. Hij benadrukte dat er al een voorziening is getroffen voor mogelijke claims als gevolg van een datalek, en dat de GGD zich voorbereidt op de financiële uitdagingen van de komende jaren.

De discussie over de oprichting van een regionale adviescommissie, die meer grip zou moeten geven op de beleidsvoering van de GGD, verdeelde de raad. Marcel Reining van GroenLinks zag hierin een kans om beter voorbereid te zijn op financiële tegenvallers. "Zo'n adviescommissie kan direct advies geven over mogelijke bezuinigingen," stelde hij. Echter, Tanny Glas-de Raadt van KIES Lokaal was hierop tegen en vond dat de GGD al voldoende antwoorden had gegeven op de gestelde vragen.

Jan Houtenbos van Ons Dorp pleitte voor een voorbehoud in de zienswijze, mocht het Rijk niet volledig compenseren voor gestegen lonen en prijzen. Wiesehahn waarschuwde echter dat dit de aantrekkelijkheid van werken bij de GGD in Noord-Holland Noord zou kunnen schaden.

Uiteindelijk besloot de raad een positieve zienswijze af te geven op de kadernota, met de toezegging dat de wethouder de zorgen van de raad zal blijven adresseren in het algemeen bestuur van de GGD. "Het bestuur is in goede handen," concludeerde Reining, waarmee hij het vertrouwen in de aanpak van de wethouder uitsprak.