Gemeenteraad Bergen Debatteert over Beleidskader Sociaal Domein: "Preventie als Speerpunt"

De gemeenteraad van Bergen heeft gedebatteerd over het nieuwe integraal beleidskader voor het sociaal domein 2023-2026. Het voorstel, dat zich richt op preventieve maatregelen om de druk op curatieve zorg te verminderen, stuitte op zowel steun als zorgen.

Politiekverslaggever Rijk de Bat

Tijdens de raadsvergadering werd het beleidskader gepresenteerd als een richtinggevend document dat de komende jaren de koers moet bepalen voor het sociaal domein in Bergen. Michiel van den Busken van Ons Dorp leidde de discussie en benadrukte dat het voorstel al uitgebreid was besproken in eerdere bijeenkomsten. "Wie mag ik het woord geven in de eerste termijn?" vroeg hij, waarmee hij de discussie opende.

Alexandra Otto van D66 uitte haar zorgen over de risico's van het investeren in preventie. "Hebben we wel genoeg voor de achterkant?" vroeg ze, verwijzend naar de curatieve zorg. Ze benadrukte dat er een risico bestaat dat de kosten aan de achterkant blijven oplopen, ondanks de investeringen aan de voorkant.

Marcel Reining van GroenLinks prees de voorlichting die voorafgaand aan het debat was gegeven, maar merkte op dat het document nog te veel op de organisatie en te weinig op de inwoners gericht is. "Wat betekent dit nu voor onze inwoners concreet?" vroeg hij, en hij drong aan op een betere monitoring van de sociale teams.

Johanne Hendriks van de PvdA miste een analyse van de problematiek binnen de gemeente Bergen. "Hoe stonden we ervoor, hoe staan we ervoor en waar gaan we naartoe?" vroeg ze, terwijl ze wees op de rol van mantelzorgers en de uitdagingen in de jeugdzorg.

Wilma Grooteman van het CDA vroeg naar de betrokkenheid van huisartsen bij het preventiebeleid, gezien de druk waaronder zij al staan. "Is hier ook overleg over geweest met de huisartsen?" vroeg ze.

Wethouder Marco Wiesehahn reageerde op de vragen en benadrukte dat het beleidskader een richtinggevend stuk is dat zich richt op het versterken van sociale netwerken en het verbeteren van de kwaliteit van professionele hulp. "We hebben een cultuur gecreëerd waarin we heel snel willen escaleren en problematiseren," zei hij. "Laten we eerst kijken of we in de eerste lijn van hun netwerk de steun kunnen organiseren."

De discussie leidde tot de vraag of er tussentijdse evaluaties moeten komen om de voortgang te monitoren. Otto stelde voor om halverwege de periode een evaluatie te houden, terwijl Kees van Leijen van de VVD pleitte voor jaarlijkse evaluaties om tijdig te kunnen bijsturen.

Het debat eindigde met de toezegging van de wethouder dat de raad actief betrokken zal worden bij de uitvoering en monitoring van het beleidskader. Het voorstel zal als bespreekstuk worden behandeld in de raadsvergadering van 26 januari, waarbij D66 en het CDA verdere discussie willen over de hoofdlijnen van het beleid.