Armoedebeleid: Een Nieuwe Start met Ruimte voor Verbetering

De gemeenteraad debatteerde over de startnotitie voor een breed armoedebeleid. De discussie draaide om inclusiviteit, duurzaamheid en de rol van de gemeente in het aanpakken van armoede.

Politiekverslaggever Rijk de Bat

Tijdens de commissievergadering werd de startnotitie voor een breed armoedebeleid besproken. De avond stond in het teken van het vormen van oordelen en het stellen van vragen over de voorgestelde aanpak. Solita Groen-Bruschke van GroenLinks opende de vergadering en benadrukte het belang van een constructief debat.

Philip Garcia Hoogland van GroenLinks miste de betrokkenheid van ervaringsdeskundigen in het proces. "Vergeet geen groep," waarschuwde hij, terwijl hij ook aandacht vroeg voor ouderen met alleen AOW of een klein pensioen. Tanny Glas-de Raadt van KIES Lokaal vroeg zich af hoe flexibel het beleid kan zijn in tijden van snelle veranderingen, zoals de nasleep van de coronapandemie.

Koos Bruin van Fractie Bruin pleitte voor de betrokkenheid van kerken, gezien hun rol in het signaleren van nood. Arend Jan van den Beld van de VVD benadrukte het belang van een menselijk gezicht in het beleid: "Over wie hebben we het, hoeveel mensen hebben we het, wat hebben zij nodig?"

Thea Leijen-Veldt van het CDA zag het voorstel als een procesvoorstel en benadrukte de noodzaak van gemeentelijke regie. Machiel Pouw van D66 complimenteerde de bondigheid van de notitie, maar miste de betrokkenheid van de adviesraad sociaal domein en de aandacht voor kinderen en scholieren.

Wethouder Marco Wiesehahn-Vrijman reageerde op de vragen en benadrukte dat het procesvoorstel een neutrale start is om tot een geactualiseerd armoedebeleid te komen. Hij verzekerde dat alle genoemde groepen betrokken zullen worden en dat duurzaamheid een rol zal spelen in de uiteindelijke beleidsvorming.

De discussie eindigde met een oproep van Koos Bruin om het belang van het onderwerp te onderstrepen door het als bespreekstuk te behandelen in de raad. De vergadering sloot af met de toezegging dat er na de analysefase opnieuw overleg zal plaatsvinden, zodat de raad betrokken blijft bij de verdere ontwikkeling van het armoedebeleid.