Debat over Vergaderduur: "Laten we om 10.45 uur stoppen"
Tijdens een recent gemeentelijk debat werd de lengte van vergaderingen onder de loep genomen. Met een volle agenda en veel insprekers, werd de vraag gesteld of het niet beter is om op een vast tijdstip te stoppen.
Politiekverslaggever Rijk de Bat
In een levendig debat op de gemeentelijke vergadering van 4 juni, geleid door Marcel Halff van D66, werd de vraag opgeworpen hoe om te gaan met de lange vergaderingen. "We hebben veel belangrijke onderwerpen op de agenda," begon Halff. "Dat betekent dat er wellicht een kans is dat we een soortgelijke situatie zouden kunnen krijgen als eerder deze week, waarin we eigenlijk tot 12.15 uur hebben vergaderd."
Ineke Braak-van Kasteel van GroenLinks stelde voor om een harde stop in te voeren. "Kunnen we niet gewoon afspreken dat we om 10.45 uur stoppen?" vroeg ze. "Anders krijg je om 10.45 uur toch een soort gevoel van: ja, het zijn nog maar een paar puntjes. Misschien moeten we toch even doorgaan."
Halff reageerde hierop door te suggereren dat de vergadering op dat moment de balans opmaakt. "Laten we kijken met welk onderwerp we op dat moment om 10.45 uur bezig zijn en de onderwerpen die daarna aan de orde komen, daarvan echt de afweging maken. Die kunnen echt doorschuiven naar volgende week, 9 juni."
Het debat benadrukte de noodzaak van efficiënte tijdsplanning in gemeentelijke vergaderingen, vooral met een volle agenda en meerdere insprekers. De discussie over de vergaderduur zal waarschijnlijk doorgaan, met als doel een balans te vinden tussen grondige bespreking en praktische tijdslimieten.