Analyse van het document
Titel en Samenvatting:
De titel van het voorstel is "Benoeming burgercommissielid fractie PvdA". Het voorstel betreft de voordracht van de fractie PvdA om mevrouw J.M. Hendriks te benoemen tot burgercommissielid. Dit is in lijn met de Verordening op de raadscommissies 2003, die bepaalt dat een commissielid door de raad wordt benoemd op voordracht van de betreffende fractie. De benoeming is bedoeld om de raadscommissies te versterken met betrokken burgers, en de fractie PvdA heeft mevrouw Hendriks voorgedragen om deze rol te vervullen.
Oordeel over de volledigheid:
Het voorstel is volledig in de zin dat het de benodigde informatie bevat over de procedure, de betrokken partijen, en de reden voor de voordracht. Het biedt een duidelijk overzicht van de stappen die zijn genomen en de context van de benoeming.
Rol van de raad:
De raad heeft de rol om de voordracht van de fractie PvdA te beoordelen en te beslissen over de benoeming van mevrouw Hendriks als burgercommissielid. De raad moet instemmen met de voordracht om de benoeming te formaliseren.
Politieke keuzes:
De politieke keuze betreft het al dan niet instemmen met de voordracht van de fractie PvdA. Dit kan afhangen van de beoordeling van de geschiktheid van de kandidaat en de behoefte aan diversiteit en expertise binnen de raadscommissies.
SMART en Inconsistenties:
Het voorstel is specifiek en tijdgebonden, maar mist meetbare en haalbare elementen, aangezien het een benoeming betreft. Er zijn geen duidelijke inconsistenties in het voorstel.
Besluit van de raad:
De raad moet beslissen of zij instemt met de benoeming van mevrouw J.M. Hendriks als burgercommissielid namens de PvdA.
Participatie:
Het voorstel benadrukt het belang van participatie door burgers in de lokale democratie, door hen te betrekken als commissieleden met diverse achtergronden en expertise.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid is geen relevant onderwerp in dit voorstel, aangezien het zich richt op de benoeming van een commissielid.
Financiële gevolgen:
De financiële gevolgen zijn beperkt tot de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen en eventuele reis- en verblijfkosten. Deze kosten zijn al opgenomen in de begroting, waardoor er geen extra financiële dekking nodig is.